Here’s something for the weekend #75

Luister jij ook weleens muziek zonder echt te luisteren? Dat je gewoon wat barokcd’s draait omdat het zo lekker doorwerkt op die fijn geordende muziek? Laatst dacht ik toch echt even in een vogelconcert beland te zijn. Ik had niet gehoord dat er net gezongen was van Come all ye songsters of the sky / Wake and assemble in this wood; / But no ill-boding bird be nigh, / None but the harmless and the good. Het is uit The Fairy Queen (1692) van Henry Purcell en die is gebaseerd op Shakespeare’s A Midsummer Night’s Dream. Een woud vol vogels was dus wel te verwachten.
Nu kwam het in de zeventiende eeuw veel voor dat componisten en musici vogelgeluiden probeerden te imiteren. Alessandro Poglietti (1661-1683), hoforganist van keizer Leopold in Wenen, componeerde Il Rossignolo (De Nachtegaal). In deze verzameling zijn niet alleen vijf stukken opgenomen met de nachtegaal als thema, maar ook allerlei andere variaties, bijvoorbeeld Uber das Henner und Hannengeschrey.
Het wemelt in de barok van de koekoeken en nachtegalen. Tal van componisten schreven een ‘capriccio sopra il cucu’ of iets soortgelijks. Zij inspireerden waarschijnlijk Händel tot het schrijven van een orgelconcert, dat de bijnaam The Cuckoo and the Nightingale kreeg.
(Wie meteen naar de overbekende koekoek wil: die roept in het allegro op 3.48 minuten).
Een van mijn lievelingscomponisten is Heinrich Ignaz (von) Biber (1644-1704). Naast onwaarschijnlijk mooi religieus werk schreef hij ook de Sonata violino solo representativa. Hierin wordt meesterlijk gespeeld met natuurnabootsingen. Zou het hier gaan om het plezier van imitatie of om een zucht naar overtreffen?
(Met excuses voor het suffe plaatje, maar de violist van Il Giardino Armonico geeft heel handig aan wat je hoort).
Maar dan, de achttiende eeuw! In de rococo met zijn liefde voor het speelse en het grillige, worden kinder- en speelgoedsymfonieën gecomponeerd en komt het gebruik van mechanische instrumenten en lokfluitjes in de mode. Dé kindersymfonie is natuurlijk die van Leopold Mozart, waarvan ook een manuscript bestaat dat aan Haydn wordt toegeschreven. (Recenter onderzoek noemt zelfs ene E. Angerer als de ware componist).
In de romantiek is het gedaan met dit soort charmante niemendalletjes. Van de natuur wordt verwacht dat ze de beschouwer ten diepste raakt. In Beethovens Zesde Symfonie (De Pastorale) heet het tweede deel Szene am Bach. Het begint met het oproepen van een beeld van kabbelend water. Maar op het einde zijn ze er: koekoek, kwartel en nachtegaal.
Zelfs in de twintigste eeuw zijn er nog vogelgeluiden in de muziek. Gebaseerd op het sprookje van Andersen (De Chinese Nachtegaal) schreef Strawinsky een opera waaruit een suite gebruikt werd voor het ballet Le Chant du Rossignol. De legendarische Markova geeft hier een masterclass nachtegaal uitbeelden.
De kunst van de vogelimitaties is overigens niet uitgestorven. Afgelopen zaterdag biechtte Maarten van Rossem in NRC op: “Andries Knevel kan trouwens ook goed orgel spelen. Weet je wat-ie leuk kan? Allerlei vogelgeluiden nadoen op het orgel.” Nou, vol erop, Andries!

Dit bericht werd geplaatst in Landschap en getagged met , , , , , , , , , , , , , , . Maak dit favoriet permalink.

2 reacties op Here’s something for the weekend #75

  1. Pingback: Here’s something for the weekend #80 | BuitenPlaatsen

  2. Pingback: Here’s something for the weekend #207 | BuitenPlaatsen

Plaats een reactie