Iedereen zijn sublieme natuurervaring

eismeer_b

De afgelopen paar jaar wordt er in Nederland ‘verdacht’ veel over het sublieme gesproken. Het begon zo’n beetje met de tentoonstelling over Caspar David Friedrich en het Duitse landschap (eind 2008 en begin 2009, in de Hermitage aan de Amstel) gevolgd door het overzicht van de Nederlandse Romantische schilderkunst in De Hallen Haarlem in 2009. Kunstcriticus Hans den Hartog Jager schreef een boek met de titel Het Sublieme dat in 2011 ook de basis vormde voor een tentoonstelling in Museum De Fundatie in Zwolle. En vorige maand verscheen van de hand van filosofe Marjan Slob het essay Angstaanjagend en Groots, een verkenning van sublieme natuurervaringen.

Dat het sublieme iets met natuur te maken heeft lijkt duidelijk. Maar hoe zit dat precies? Er is heel veel geschreven over wat ‘subliem’ eigenlijk is. Van een wat obscuur klassiek geschrift dat wel toegeschreven wordt aan Longinus maar dat waarschijnlijk ouder is, tot Kant, talloze malen is het sublieme opnieuw gedefinieerd. Dus elke keer als je het woord gebruikt, ben je haast verplicht uit te leggen welke betekenis je eraan geeft.

Als kunsthistorici het woord subliem gebruiken zonder verdere bronvermelding, wordt het eigenlijk altijd in de betekenis bedoeld die de Ierse denker Edmund Burke eraan gaf in zijn beroemde boek uit 1757; A Philosophical Enquiry into the Origin of Our Ideas of the Sublime and Beautiful. De kortste samenvatting van de sublieme ervaring geeft Burke zelf, hij kenschetst die als ‘delightful horror’, wat wel vertaald wordt met ‘aangename huiver’ of ‘verrukkelijke verschrikking’. Een storm over zee is angstaanjagend – er moet altijd sprake zijn van ‘terror’ -, maar voor wie zich als kijker toch veilig waant op het strand is het een fascinerend, subliem gebeuren. Vaak wordt het sublieme gebruikt om ervaringen te omschrijven waarin de mens zich nietig voelt ten overstaan van grootse natuur, maar dat is niet helemaal waar het Burke om te doen is. De verschrikking ontstaat omdat de angst voor pijn, gevaar of zelfs de dood gevoeld wordt. En Burke zegt: “No passion so effectually robs the mind of its powers of acting and reasoning as fear.” Via potentieel gevaar wordt de mens een domein ingevoerd dat voorbij de rede ligt. Daarbij hoeft het niet alleen te gaan om het aanschouwen van kolkende watervallen en duizelingwekkende ravijnen. Ook een Zwarte Weduwe die aan een draadje omlaag komt, kan een ‘sublime’ effect teweegbrengen. Mits het gevaar maar niet te dichtbij komt, dan is het ‘delightful’ aspect namelijk in een keer weg.

De ervaring van het sublieme werd hooggewaardeerd door kunstenaars uit de Romantiek die op zoek waren naar wat de mens nog meer is dan zijn brein, om het maar eens populair uit te drukken. Via hun schilderijen krijgt de kijker zelfs een kans op een sublieme ervaring zoals de kunstenaar die had in de natuur. Kijk hierboven maar naar het kruiend ijs op zee van Caspar David Friedrich uit 1823-24.

kruiend ijs te delfshaven

Dat beeldt Friedrich toch heel anders af dan bijvoorbeeld Van Culemborch die in 1565 vastlegde hoe Delfshaven werd bedolven door een ‘ysgebercht’. Alleen al het feit dat het natuurgeweld werd vastgelegd geeft aan dat het bijzonder gevonden werd. Maar in onze ogen is het weinig opzienbarend gebeurd. Zouden we zo’n 250 jaar na ‘de uitvinding’ van het sublieme wat verwend en overvoerd zijn geraakt? En daarmee ook wel wat afgestompt? Moeten we veel dichter bij het gevaar zijn om het sublieme nog te kunnen ervaren? Lang vond ik de video van Guido van der Werve wat aanstellerig. Maar nu snap ik hem. Het is het beste commentaar op onze spektakelmaatschappij.

Dit bericht werd geplaatst in Landschap en getagged met , , , , , , , , , . Maak dit favoriet permalink.

Een reactie op Iedereen zijn sublieme natuurervaring

  1. Pingback: Non plus ultra, extra-overweldigende natuur in Enschede | BuitenPlaatsen

Plaats een reactie